Ik ben in de jaren '70, '80 twee keer een weekje in de abdij te gast geweest. Daar is een heleboel over te vertellen, ik beperk me even tot een Annekedote.

Als gast eet je samen met de monniken in de eetzaal. Daarin staan twee heel lange tafels met een breed gangpad voor de bediening daartussenin. Aan de tafels zitten de eters met de rug naar de muur, dus met het gezicht naar elkaar toe. Niet tegenover elkaar aan één tafel, de persoon tegenover je zit aan de tafel aan de andere kant van het gangpad.
Tijdens het eten wordt niet gesproken, 1 monnik leest voor uit de bijbel of bijvoorbeeld uit Herfst tij der Middeleeuwen, als ik het me goed herinner.
Op een dag, tijdens een broodmaaltijd, legde ik een nieuw sneetje brood op mijn bord om het te gaan beleggen. Tot mijn schrik zag ik opeens, dat alle anderen hun servet al hadden opgerold, omdat ze al klaar waren. Ze zaten te wachten tot iedereen uitgegeten was, daarna volgde dan een gebed en kon er afgewassen worden in de keuken. En dan mocht er wél gepraat worden, en gelachen.
Ik wou mijn sneetje brood nog opeten, maar ik vond het erg vervelend dat iedereen dan zou moeten wachten. En ze zaten allemaal naar mij te kijken!
Ik rolde mijn servet op en ging met mijn armen over elkaar zitten, ten teken dat ik klaar was met eten. Na het gebed kwamen er monniken naar mij toe en zeiden:
Eet maar lekker verder. Goed gedaan, dat je deed of je klaar was, nu kunnen wij gaan afwassen.
Wij eten altijd veel te snel. Wij zouden ook zo goed moeten kauwen.

 



     Reageren