Jantje, hou op met blèren, anders spijker ik je andere handje ook nog vast.


Geer en Jacques eten in een restaurant. Er komt van alles op tafel, onder andere een schaal met twee stukken vlees, het ene duidelijk groter als het andere.
Geer schept als eerste op en hij neemt het grootste stuk vlees.
Jacques zegt: Wat ben jij onbeleefd, zeg! Als eerste hoor je niet het grootste stuk vlees te nemen.
- Welk stuk zou jij dan genomen hebben? vraagt Geer.
- Ik zou netjes het kleinste stuk genomen hebben.
- Wat zeur je dan? Je hébt nu toch het kleinste stuk?


Saar en Moos liggen in bed en Moos ligt steeds maar te draaien, van de ene zij op de andere en weer terug.
Wat is er toch? vraagt Saar. Lig toch eens stil, ik wil slapen.
Ik weet me geen raad, zegt Moos, ik ben Bram van de overkant 5000 euro schuldig en die heb ik niet.
Oh, is dat alles?, zegt Saar. Ze doet het raam open en roept hard: Bram!
Met slaperige ogen doet Bram zijn raam ook open en vraagt: Wat is toch, midden in de nacht?
Moos is jou 5000 euro schuldig, roept Saar, maar die heeft hij niet!
En ze doet het raam weer dicht.
Dat lost toch niks op?, zegt Moos.
Oh jawel, zegt Saar, nu kan híj niet slapen.


Ik zat in de trein in België, ik zei tegen de Belg tegenover mij: Ik weet niet pecies waar ik eruit moet; waar moet jij eruit?
Hoe dat station heet weet ik niet, zei de man, ik kijk altijd gewoon uit het raam en dan zie ik het.
Hij stak zijn hoofd uit het raam en zei: Ik ben er bijna, als we die drie beton-beton-beton-palen voorbij zijn moet ik eruit.



     Reageren