Als insecten mijn territorium binnendringen, probeer ik ze liefdevol buiten te zetten, maar als dat niet lukt sla ik ze dood, liefst in één klap. Daarbij diskrimineer ik: gewone huis-, tuin- en keukenvliegen laat ik vaak met rust. Vanuit mijn jeugd op de boerderij ben ik daar wel een beetje aan gewend. We hadden varkens en kippen en koeien en dus ook vliegen. Veel vliegen. Met een plastic vliegengordijn probeerden mijn ouders ze wel buiten het woongedeelte van de boerderij te houden, maar dat lukte natuurlijk niet echt. Als ze toch binnengedrongen waren, werden ze met een vliegenvanger Wiki bestreden, dat betekende een langzame en pijnlijke dood. Hadden ze maar buiten moeten blijven, denk ik dan sarcasties.
Bromvliegen is een ander verhaal, die probeer ik zo snel mogelijk dood te meppen. Ik vind hun gebrom irritant en ik denk dat ze meer ziektes overbrengen dan gewone vliegen. Ik moet er wel heel veel moeite voor doen met de vliegenmepper, want ze blijven niet lang op één plek zitten.

Motvlinders, grote en kleine, zijn ook meteen de klos. De grote omdat ze gaten maken in mijn truien (Dorus YouTube), die gaten kan ik in principe wel weer stoppen, maar dat is een heel gedoe en ik kan het niet goed genoeg om dat mooi te doen. En ik heb meestal de goede kleur garen niet.

De kleintjes zorgen niet voor motten in mijn kleren, maar ze brengen wel ziektes over. En ze zien er viezer uit als vliegen.



     Reageren