Stel je voor:
Heel lang geleden, tot 2030, 2050 ongeveer, was de economie totaal anders dan nu.
Veel dingen zijn nog hetzelfde: de mensen kopen nog steeds allerlei zaken, een beetje anders dan toen, maar in principe op dezelfde manier. Wat dat betreft is er niet veel veranderd.

Maar in die tijd betaalden de mensen niet alleen voor de producten zelf. Nee, bij alles wat ze kochten: brood, schoenen, reizen, verzekeringen, elektriciteit, enzovoorts, moesten ze een extra toeslag betalen. En dat dus náást de belasting aan de regering, die bestaat nog steeds, dat heette toen BTW.

De verkopers berekenden vroeger ook een verborgen, niet gespecificeerde, extra toeslag die de kopers moesten betalen bij elke aankoop, zonder dat ze wisten hoeveel en waarvoor dat geld gebruikt werd.
Die extra toeslag gebruikten de verkopers op allerlei manieren. Ze maakten folders van papier, die ze bij alle mensen in de brievenbus lieten gooien, om hun producten aan te prijzen; ze vulden kleine stukjes of complete pagina's in de kranten - er waren toen nog kranten van papier - met de beweringen dat hun producten de beste waren. Zoals jullie waarschijnlijk wel eens gehoord hebben noemde men dat toen “reclame” en "advertenties". De papieren kranten waren toen nog erg belangrijk voor het distribueren van informatie en opinies,  en daarin werden dus heel veel advertenties geplaatst. Er waren ook “gratis” kranten, daarvan was dan soms meer dan de helft gevuld met advertenties. De mensen betaalden die krant dan eigenlijk via de toeslag die ze al betaald hadden voor alles wat ze al bij de adverterende bedrijven gekocht hadden. Er werden ook speciale reclamefolders huis aan huis gedistribueerd en neergelegd op alle mogelijke en onmogelijke plaatsen.
De bedrijven kochten met het geld van de reclame-toeslag ook tijd op de media van die tijd, radio, TV en het internet, dat ging toen nog grotendeels via kabels. Het WWW was vergeven van de advertenties. De eerste mobiele telefoons met internetverbinding (heel modern toen !) stonden vol met reclame; vooral gericht op jongeren natuurlijk, want jongeren waren "een belangrijke doelgroep". Wat toen genoemd werd "social media" was ermee vergeven. Overal werd reclame gemaakt voor alles waar winst mee te behalen viel.
Op allerlei manieren probeerden de bedrijven met advertenties, met kleine, maar liefst grote, en knipperende afbeeldingen, met bewegende beelden de aandacht van de mensen te trekken opdat die naar HUN boodschap `Koop ons product` zouden kijken en luisteren in plaats van naar de informatie, de krant, de muziek, de website, de film, de sportwedstrijd waar ze eigenlijk hun aandacht op wilden richten. TV-programm's, films en sportwedstrijden werden er zelfs voor onderbroken! Het volume van de reclameboodschappen was sterker dan het geluid van het programma, zodat de kijkers-luisteraars er extra aandacht aan zouden besteden. Maar zo was het natuurlijk nog irritanter. Prachtige muziek werd voorafgegaan door schreeuwende marktkooplui - je hoort ze tegenwoordig nog wel eens in openlucht musea, waar oude ambachten en markten van vroeger worden nagespeeld.
Weet u het nog? Langs voetbalvelden (voetbal was toen de favoriete sport van veel mensen) werden borden geplaatst met bewegende beelden, die letterlijk dermate in het oog sprongen, dat de aandacht van mij als toeschouwer zodanig werd afgeleid dat ik indertijd eens een doelpunt heb gemist. Die bewegende borden werden overigens gemaakt van LED-lampjes, dat was toen de meest moderne lichtbron, ook gebruikt voor informatie bij het vervoer: de toenmalige bussen, treinen en de autowegen. Er waren ook plannen om lichtflitsen te gebruiken om de aandacht te trekken, waar indertijd ook vuurtorens mee werkten voor de navigatie. Maar daar protesteerden de voetballiefhebbers toch tegen.
De bedrijven gaven ook geld, het geld dat de kopers met de extra toeslag hadden betaald, aan allerlei sportclubs, vrijetijdsactiviteiten, musea. Ook aan wetenschappelijk onderzoek! en aan “goede doelen”! Allemaal om hun naam en hun product onder de aandacht te brengen. De namen van bedrijven werden op sportshirts gedrukt, wielrenners waren rijdende reclamezuilen Wiki, echt genant. Zie wat Mathieu van der Poel en Tadej Pogačar, 2 van de grote kanonnen in de jaren 2020, aan moesten doen om de kost te verdienen NOS. Die jongens vonden dat zelf geen probleem, ik vond het genant: sandwichborden op een fiets.
Sportclubs, stadions, wedstrijden, prijzen en competities kregen de namen van bedrijven. De Keukenkampioendivisie had niets met chefkoks te maken. Veel mensen bezochten sportwedstrijden, ze keken ernaar op TV of lazen erover in hun papieren krant. Zo kregen de bedrijven naamsbekendheid en daardoor kochten meer mensen hun producten.

Let wel: al die manieren om producten onder de aandacht te brengen waren vaak zonder enige objectieve prijs/kwaliteit informatie, de gegeven informatie was zelfs vaak onwaar. Gelukkig is het tegenwoordig vanzelfsprekend dat er alleen objectieve prijs/kwaliteit informatie gegeven mag worden, die op waarheid berust.

Het aller-allerergste was nog wel: de bedoeling van de reclame was altijd: meer, meer, meer. Koop meer, consumeer meer, koop vaker iets nieuws, koop iets wat duurder, groter en populairder is, met meer status en aanzien. Maar vooral: meer!
Zoals we nu weten is de aarde daar bijna onder bezweken, door de ongebreidelde productie van al die dingen werd het evenwicht op onze planeet totaal verstoord. Als toen die reclame niet was teruggedrongen, zou de lucht, het land, de zee en de bodem onherstelbaar verwoest zijn. Want hoewel iedereen wist, dat de aarde helemaal verpest dreigde te worden, was de overal aanwezige reclame een soort hersenspoeling, die ertoe leidde dat iedereen, tegen alle adviezen, milieubewustheid en goede voornemens in, toch doorging met kopen: meer, meer, meer.

Gelukkig hebben de mensen het op tijd ingezien, de reclame werd ingedamd, daardoor daalde de verkoop, dat was enige decennia een serieus probleem, maar we weten nu dat die economiese depressie slechts tijdelijk was. De vervuilende productie, de grondstoffenverspilling en de verwoesting van de aarde en het uitsterven van dierstoorten werden gestopt. Allerlei peperdure maatregelen om de gevolgen van de verwoestende economiese activiteiten te compenseren en te herstellen waren niet meer nodig en nu hebben we een stabiele economie.
Het terugdringen van reclame was een belangrijke factor voor de ommekeer die er toe heeft geleid, dat de aarde leefbaar is gebleven.

Ook psychologies en moreel was het een goede ontwikkeling dat de reclame sterk beperkt werd. De reclame speelde vaak in op de onderbewuste drijfveren van de mens (het zoogdierenbrein) Op zeer uitgekiende, zelfs doortrapte manieren werd de illusie gewekt: van ons product word je gezond, blij, voldaan, gelukkig.
Alles wat de zinnen prikkelde werd misbruikt: mooie meiden, snelle auto's, lekker eten en drinken, prachtige stranden, luxueuze interieurs, gelukkige kinderen, gezondheid.
Zelfs "Het is goed voor het milieu" werd door de reclame misbrukt: "Als je groen wilt zijn, moet je ons product kopen."

De reclame versterkte de hebzucht, waardoor de mensen zich ongelukkig gingen voelen, ondanks hun rijkdom en welvaart. Al die reclame hamerde erop dat men meer moest kopen, meer moest reizen, meer moest eten en drinken en snoepen om gelukkig te worden.
We weten nu wel beter.

 



     Reageren