In 1979 ging ik wandelen in de Haute Savoie, om te beginnen van Bourg-d'Oisans naar een refuge, berghut, bij La Bérarde. Daar huurde ik een pioche (houweeltje) en crampons (stijgijzers), ik liep in een paar dagen een tochtje over bergpaden, gedeeltelijk besneeuwd, met als eindpunt weer La Bérarde. Mijn plan was om van daar naar een refuge aan de andere kant van een kleine bergrug te lopen en vervolgens verder naar beneden om dan terug te liften naar Nederland.
Toen ik bij de Breche de l'Olan kwam, liep het pad daar een heel eind over de sneeuw. Ik had de pioche en crampons in La Bérade achtergelaten bij de verhuurder, ik zou daar immers niet meer terugkomen. Met alleen een stok liep ik over de helling met sneeuw. Het was al na de middag, de zon stond lekker te schijnen en de sneeuw was een beetje aan het smelten, dus zacht en glad.
Ik gleed uit, roetsjte en tuimelde een heel eind naar beneden en kwam op een rots tot stilstand. Later zag ik: nog een tiental meters verder naar beneden was een gapende afgrond. Dank aan dat rotsblok waar ik zo ongenadig hard tegenaan was geknalt.
Ik probeerde op te staan, maar had geen kracht, ik kon geen adem krijgen; later bleek dat ik een paar gebroken ribben en een klaplong had. Ik had toen geen idee wat er aan de hand was, maar ademhalen was haast niet mogelijk en steunen op mijn armen ook niet. Na een half uurje of zo kon ik toch overeind komen. Ik had hulp nodig. Ik begon te schreeuwen, zo hard ik kon, ook al deed het inademen pijn. Later zei men: Ja, dat hebben we wel gehoord, maar we dachten dat iemand voor de lol aan het schreeuwen was. Had maar "kort-kort-kort, lang-lang-lang, kort-kort-kort" S O S geroepen! dan zouden we meteen gekomen zijn! Omdat mijn geschreeuw geen effect had, begon ik toch maar naar beneden te strompelen. Ik liet mijn zware rugzak achter, die kreeg ik echt niet op mijn rug.
Het pad naar beneden ging opnieuw een heel stuk over de sneeuw. Ik probeerde het voetje voor voetje als een koorddanser, maar durfde het echt niet meer, ik kon mijn stok niet eens goed vasthouden. Daar aan de rand van dat sneeuwveld bleef ik wanhopig nog een tijdje staan schreeuwen tot ik moest concluderen, dat ik de nacht op de berg zou moeten doorbrengen.
Terug omhoog dus, naar mijn rugzak waar mijn slaapzak in zat. Maar het begon intussen al te schemeren en ik kon hem niet meer terugvinden. Alle rotsblokken leken op mijn rugzak. Telkens teleurgesteld als het weer een grote steen bleek te zijn. Maar uiteindelijk vond ik hem. Toen moest ik mijn slaapzak en buitenslaaphoes uitrollen en ik moest er nog in! Centimeter voor centimeter slaagde ik daarin. Elke beweging, steunend op mijn ellebogen, deed pijn maar het moest.
Half slapend kwam ik de nacht door. Ik werd wakker toen ik iemand Hé, il y a quelqu'un. hoorde zeggen, het was al weer volop dag. Oui, oui, c'est moi!. Grapjes maken kan ik altijd. Het waren wandelaars die hetzelfde pad volgden als ik.
Een van hen ging snel naar het dal om het Franse 112 te bellen - nog geen mobieltjes ;-!, de ander bleef bij mij. Er kwam een helicopter, ik werd erin gehesen en naar het ziekenhuis van Grenoble gevlogen.
Toen bleek dus dat ik een paar ribben gebroken had en dat een puntig breukvlak van zo'n rib een gaatje in het buitenste longvlies geprikt had: een klaplong. Ribben kunnen niet gespalkt worden, die moesten door rust weer aan elkaar groeien. Ik kan de knobbel waar ze aan elkaar gegroeid zijn nog steeds voelen.
Om de lucht uit de ruimte tussen de twee longvliezen te persen, moest ik hard blazen door een reservoir met water. Hetzelfde principe als lucht blazen door een rietje in een glas chocomel. Maar dan veel groter, liters water; alles bij elkaar was het een ingewikkeld apparaat. Het was al jaren niet meer gebruikt, de buizen en slangen en reservoirs lagen bestoft in een kast en het verplegend personeel slaagde er niet meteen in alles goed in elkaar te zetten - ook niet toen ik me ermee ging bemoeien. De longarts kwam langs en zei dat het niet goed opgebouwd was: "Il faut que ça bouille!" Dat moet borrelen! Er werd aan gesleuteld en warempel het ging borrelen; als ik hard blies.
Ik moest een paar dagen blijven, maar al snel kon ik weer een beetje door de gang lopen; daar hompelde ook een vrachtwagenchauffeur die een zwaaar ongeluk had gehad. "Ça se raconte bien. Après.", zei hij. Daar kun je inderdaad later leuke verhalen over vertellen. Of schrijven.

Er was daar een heel aardige man die op ziekenbezoek kwam bij zijn zoontje; die had een been gebroken, hij lag naast mij in de kamer. De man maakte ook met mij een praatje, elke keer dat hij zijn zoontje bezocht. Ook toen zijn zoontje op een andere kamer lag. Zelfs nadat die al weer naar huis was kwam hij nog een keer!

Toen hij mijn verhaal hoorde zei hij:
"Il faut pas utilisez les marges."
Oftewel: je moet de veiligheidsmarges in acht nemen. De marges zijn er niet om te gebruiken, die zijn er voor noodgevallen. Je moet de vluchtstrook niet gebruiken als extra rijbaan.

Hij werkte in de buurt van Grenoble bij een kerncentrale. Daar waren er veel van in Frankrijk. Nog steeds. 
Ik liep in die tijd met een button: Kernenergie, Nee bedankt!
Toch vond ik het enigszins geruststellend dat een medewerker van een kerncentrale zo'n verstandige en doordachte kijk had op veiligheidsmarges.
Overigens ben ik nu niet meer zo mordicus tegen kernenergie.



     Reageren