Een voorbeeld van een tekst die ik tijdens de les (voor hulpverleners in opleiding) gebruik:

De reddersdriehoek.

Soms zult u als welzijnswerker tijdens een gesprek gevoelens van irritatie, boosheid, machteloosheid of wrok voelen. Misschien bent u op zo’n moment wel verstrikt geraakt in de reddersdriehoek.

In de reddersdriehoek komen de volgende drie posities voor:
(de woorden worden hier in een iets andere betekenis gebruikt als in de normale omgangstaal)

1. De redder

Een redder is iemand die dingen voor een ander doet terwijl die persoon dat beter zelf zou kunnen of moeten doen. In die zin is redderen een vorm van moederen over een ander. Een redder is iemand die bijvoorbeeld te allen tijde klaar staat, ongevraagd advies geeft, nooit nee zal zeggen en niets terug verlangt. Zijn hulp is geheel belangeloos. Althans zo lijkt het. Een vorm van "redden" is bijvoorbeeld ook niet eerlijk zeggen wat men denkt of voelt omdat men denkt dat de ander dat niet aankan. Redderen lijkt heel edel maar is het niet omdat een redder de ander in feite niet voor vol aanziet. Hij ontkent niet alleen de verantwoordelijkheid van de ander maar ook de capaciteiten van de ander.

Er kunnen verschillende redenen zijn waarom mensen redderen.
Bijvoorbeeld:
omdat men denkt dat de ander het zonder hulp niet redt;
uit angst dat de ander boos of verdrietig zal zijn wanneer men hulp weigert uit medelijden met de ander;
om waardering te krijgen van de ander;
omdat men aan helpen een bepaalde status ontleent.

2. Het slachtoffer

Een slachtoffer is iemand die zich machteloos en afhankelijk van de ander opstelt. Het is iemand die weinig geloof en vertrouwen heeft in zijn eigen kunnen of niet bereid is verantwoordelijkheid te dragen voor zijn eigen situatie (of het veranderen van die situatie). Een slachtoffer leunt op een ander, meestal op een redder. Daarom bestaan er ook geen redders zonder slachtoffers en omgekeerd.

Typische uitspraken van een slachtoffer:
"Ik heb dat soort dingen nooit gekund".
"Als jij me niet helpt. wordt het nooit wat"
"Dat soort dingen moeten mij ook altijd overkomen."
"Niemand begrijpt me, iedereen is tegen me"
"Ja dat zegt u nu wel, maar.....

3. De aanklager (ook wel de vervolger genoemd)

De aanklager is de persoon die een ander iets verwijt. Meestal is hij teleurgesteld in die ander of heeft hij bepaalde verwachtingen waaraan de ander niet voldoet. Daarom kent een aanklager naast gevoelens van boosheid ook gevoelens van wrok of zelfbeklag.
Een aanklager kan een teleurgestelde redder zijn. Iemand die veel energie en tijd gestoken heeft in een ander en daar onvoldoende voor terugkrijgt.
Of iemand die het op een gegeven moment beu is om voortdurend oplossingen aan te dragen die toch niet opgevolgd worden.
Een aanklager kan ook een teleurgesteld slachtoffer zijn.
Elke hulpverlener kent vast de situatie waarin degene die zich tijden lang heeft laten bemoederen, de ander opeens bemoeizucht gaat verwijten. Of waarin iemand de hulp van een ander als zo vanzelfsprekend ervaart dat hij boos wordt wanneer die ander een keer niet onmiddellijk klaar staat.
---
Een contactpersoon moet zien te voorkomen dat hij in een redders-rol terecht komt. Als hij dat weet te voorkomen dan kan de cliënt zich ook niet opstellen als slachtoffer of aanklager. Het voorkomt ook dat de contactpersoon zich uiteindelijk als aanklager of slachtoffer opstelt.
---
Soms stelt een client zich op als redder van de hulpverlener.



     Reageren